Loontrekkende

1. Wie?

Wie werkt met een arbeidsovereenkomst (onderworpen aan het arbeidsrecht), engageert zich om arbeid te leveren in ruil voor een loon onder het gezag van een werkgever.

De kenmerken van deze overeenkomst zijn:

  • De overeenkomst
  • Het werk
  • Het loon
  • De ondergeschiktheid

Het fundamentele onderscheid tussen loontrekkenden en zelfstandigen is een band van ondergeschiktheid bij het uitoefenen van hun beroep.
Het stelsel voor het loontrekkendenstatuut is niet eenvormig. Het hangt af van de aard van de geleverde prestaties (bediende, arbeider, student, handelsvertegenwoordiger, interim …).

Ook andere parameters spelen een rol:

  • De duur van de overeenkomst: contract van bepaalde duur (CBD) of contract van onbepaalde duur (COD).
  • De arbeidsduur: voltijds (38 uur/week) of deeltijds (halftijds, 3/5 of 4/5).

Juristen die tewerkgesteld zijn bij bedrijven en consultancybureaus zullen normaal gezien loontrekkenden zijn onder een bediendenstatuut (onbepaalde of bepaalde duur, voltijds of deeltijds)

Schijnzelfstandigen

Schijnzelfstandigen zijn mensen die werken met het zelfstandigenstatuut terwijl ze hun beroep in werkelijkheid uitoefenen onder het gezag van een werkgever, en dus eigenlijk loontrekkenden zijn.

Werken met schijnzelfstandigen is een vorm van sociale fraude die de solidariteit waarop het Belgische sociale zekerheidssysteem steunt, ernstig schade toebrengt. Door deze fraude kost de werknemer minder voor de werkgever doordat hij geen patronale socialezekerheidsbijdragen betaalt die verschuldigd zijn in het kader van het statuut van loontrekkende.

Voorts ontsnapt de werkgever aan de dwingende regels die verbonden zijn aan de arbeidsovereenkomst, zoals de regels ter bescherming van de werknemers, waaronder de arbeids- en rusttijden, de moederschapsbescherming, de loonbescherming …

2. Inkomen

Net als iedere loontrekkende moet een jurist die werkt als bediende van zijn werkgever een loon ontvangen dat beantwoordt aan bepaalde wettelijke regels.

In tegenstelling tot zelfstandigen genieten loontrekkenden bovenop hun loon vaak ook allerlei extralegale voordelen die in aantal en bedrag verschillen naargelang van de werkgever.

Het loon
De werkgever en de jurist zijn in principe vrij om het bedrag van het loon vrij te bepalen. Het moet bepaald (bijvoorbeeld een precies bedrag per maand of per week) of bepaalbaar (bijvoorbeeld een uurloon, commissieloon) zijn. Je moet weten wat je zult ontvangen (of in staat zijn dat te berekenen).

Het loon dat in je arbeidsovereenkomst wordt vermeld, noemen we het brutoloon. Op basis daarvan wordt het nettoloon (= bedrag dat je effectief zult ontvangen) berekend. Het onderscheid tussen bruto- en nettoloon is belangrijk voor onder meer de berekening van de opzegtermijn of opzeggingsvergoeding in geval van contractverbreking, het gegarandeerde loon, de werkloosheidsuitkeringen, vergoedingen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten, het deel van het loon dat in aanmerking komt voor loonbeslag, enz.

Er bestaat zoiets als een minimumloon dat door de paritaire comités (PC) in collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) is vastgelegd.

Extralegale voordelen
Extralegale voordelen zijn voordelen die je werkgever je kan bieden bovenop je loon. Dat gebeurt niet automatisch. Het is geen recht.

Extralegale voordelen zijn interessant voor de werkgever omdat ze hem minder kosten in termen van socialezekerheidsbijdragen dan een hoger loon.

Voor de loontrekkende zit het voordeel in meer koopkracht. Het nadeel is dat ze niet worden meegerekend voor het pensioen, ziekte-uitkeringen, arbeidsongevallen, enz.

Enkele van de meest courante extralegale voordelen:

  • Maaltijdcheques
  • GSM
  • Ecocheques
  • Groepsverzekering
  • Hospitalisatieverzekering
  • Bedrijfswagen
  • Financiële participatie


Wat is bedrijfsvoorheffing?

De bedrijfsvoorheffing wordt van je loon afgehouden. Het komt overeen met een voorschot op je belastingen. Je werkgever moet de voorgeschreven bedrijfsvoorheffing afhouden van je loon.

Het bedrag van die - door de instructies van de Minister van Financiën (FOD) opgelegde - voorheffing hangt af van je loonschaal en het aantal personen dat je ten laste hebt.

Als loontrekkende ben je niet alleen onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing, maar ook aan de sociale zekerheid

3. Sociale bijdragen

Het verschil tussen het brutoloon dat op je arbeidsovereenkomst vermeld staat en het nettoloon dat je op je bankrekening ontvangt, zit 'm niet alleen in de bedrijfsvoorheffing maar ook in de sociale bijdragen.

Socialezekerheidsbijdragen

Als loontrekkende ben je niet alleen onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing, maar ook aan de sociale zekerheid (behalve als je werkstudent bent of je minder dan 8 uur per week bij één of meerdere werkgevers werkt ten behoeve van het gezin van de werkgever of zijn familie).

Concreet betekent dat:

  • Dat jouw werkgever moet ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).
  • Dat de RSZ langs elektronische weg, via een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling of DIMONA, op de hoogte moet worden gebracht van je indienstname.
  • Dat je werkgever je loon en arbeidsduur aangeeft bij de RSZ. Alle niet bij de RSZ aangegeven sommen beïnvloeden je rechten inzake sociale zekerheid (ziekenfondsbijdragen, kindergeld, pensioen …).

Die persoonlijke bijdrage vertegenwoordigt 13,07% van je brutoloon (lager als je loon rond het minimumloon schommelt). Ze wordt afgehouden van je loon als loontrekkende.



Om helemaal volledig te zijn … dit betaalt je werkgever: werkgeversbijdragen

Bovenop het loon dat jij krijgt, betaalt de werkgever ook patronale socialezekerheidsbijdragen.

De patronale basisbijdrage bedraagt sinds 1 januari 2018 25% van het brutoloon.

Zoals de naam al doet vermoeden, worden ze betaald door je werkgever. Bij de basisbijdragen komen nog de speciale bijdragen die afhangen van de grootte en de activiteitensector van het bedrijf. Dit alles maakt dat de werkgeversbijdragen oplopen tot +/- 30% van het brutoloon.

De werkgever moet ook bijdragen voor de jaarlijkse vakantie:

  • Het enkelvoudig vakantiegeld (gewoon loon) wordt rechtstreeks door de werkgever uitbetaald naarmate de vakantiedagen worden opgenomen.
  • Het dubbel vakantiegeld komt overeen met 92% van het maandloon en wordt één keer per jaar tijdens de opname van de hoofdvakantie rechtstreeks door de werkgever uitbetaald.

De werkgever draagt ook bepaalde verplichte bijkomende lasten:

  • De verzekering arbeidsongevallen: dat is de verzekering tegen ongevallen op de werkplek of onderweg van of naar het werk.
  • De aansluiting bij een dienst voor bescherming en preventie met enerzijds de arbeidsgeneeskunde en anderzijds het risicobeheer.
  • Het sociaal abonnement: dat is de tussenkomst in de kosten voor het woon-werkverkeer van de werknemer.
  • De eventuele kosten voor een sociaal secretariaat.

Heb ik tijdens mijn eerste werkjaar recht op vakantie?

Wettelijk heb je recht op vier weken betaalde vakantie als je één volledig jaar hebt gewerkt (5 dagen per week). Dat recht kan echter pas opgenomen worden tijdens het volgende kalenderjaar, namelijk het jaar waarin je de vakantie opneemt.

De wet maakt immers een onderscheid tussen het vakantiedienstjaar en het vakantiejaar:

  • Vakantiedienstjaar: kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin je je vakantiedagen krijgt.
  • Vakantiejaar: jaar waarin de vakantiedagen worden toegekend.

Het recht op vakantie wordt berekend op basis van de effectieve en/of geassimileerde prestaties tijdens het "vakantiedienstjaar", dat wil zeggen tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de vakantiedagen worden opgenomen.

Als je net je diploma hebt behaald en je begint je eerste werkervaring, heb je dus nog geen volledig jaar gewerkt. Je hebt dus geen recht op 4 weken betaalde vakantie. Tenzij je geniet van het stelsel van de "jeugdvakantie".

Dankzij dat stelsel kunnen jonge loontrekkenden genieten van 4 weken vakantie door hun "gewone" vakantiedagen (afhankelijk van het aantal gewerkte of geassimileerde maanden tijdens het refertejaar) aan te vullen met "jeugdvakantiedagen", gedekt door een werkloosheidsuitkering. Die kunnen worden toegekend zelfs wanneer er niet gewerkt werd tijdens de referteperiode.

VERGELIJKING ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN
Zelfstandige Loontrekkende
Arbeidsmodaliteit Vrijheid om zelf je werk te plannen en te organiseren. Werken op eigen risico. Arbeidsovereenkomst voor rekening van een werkgever volgens vastgelegde modaliteiten. Geen rechtstreekse risico's.
Kosten & lasten Volledig voor eigen rekening. Rechtstreeks belastingen en sociale bijdragen betalen. Beroepskosten zijn aftrekbaar Hoofdzakelijk voor rekening van de werkgever, die verantwoordelijk is voor de betaling. Nettoloon.
Sociale bijdragen Aansluiten bij een sociale verzekeringsfonds en bijdragen betalen De werkgever houdt persoonlijke socialezekerheidsbijdragen in op het loon en stort ze door naar de RSZ.
Moederschapsrust Max. 12 weken + wekelijkse moederschapstoelage (vast bedrag) via het ziekenfonds + gratis dienstencheques 15 weken + 82% van het brutoloon (1e maand), daarna 75% van het begrensde brutoloon
Kindergeld Hetzelfde bedrag
Ziekte / ongeval Forfaitair bedrag per dag vanaf de 15e dag tot de 12e maand. Geen arbeidsongevallenverzekering van het werk.

Mogelijkheid tot een verzekering gewaarborgd inkomen tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid.
Ziekte: gewaarborgd inkomen vanaf de 1e dag. Vanaf dag 31 betaalt het ziekenfonds 60% van het maandloon (begrensd).

Arbeidsongeval: De eerste 30 dagen worden betaald door de werkgever. Van de 31ste dag tot het einde van de 12e maand ontvang je 90% van het maandloon (begrensd)
Werkloosheid & betaalde vakantie Geen betaalde vakantie

Werkloosheidsuitkering volgens: 1) vorige sociaal statuut (werknemer of werkloos), en 2) duur van de zelfstandige activiteit (evt. faillissementsverzekering)
Betaalde vakantiedagen

Werkloosheidsuitkering volgens: 1) burgerlijke staat, en 2) duur van de werkloosheid
Pensioen Ga naar hoofdstuk Pensioen Ga naar hoofdstuk Pensioen