Het werkterrein van een notaris bevindt zich grotendeels binnen de context van familierecht (huwelijks- of samenlevingscontract, echtscheiding, schenking), erfrecht (testament, vereffening en verdeling …), onroerende goederen (koop/verkoop, hypothecaire lening, verhuur …) en vennootschappen (oprichting, fusies, kapitaalverhoging …).
De notaris is zowel een openbaar ambtenaar, benoemd door de Koning, als een juridisch raadgever en oefent zijn activiteiten uit binnen het kader van een vrij beroep.
Hij is een onafhankelijke raadgever die afspraken tussen mensen rechtsgeldig vastlegt. Op die manier is het voor alle betrokken partijen duidelijk hoe de zaken juridisch zijn geregeld.
De notaris is ook een bijzondere raadgever, in die zin dat hij niet eenzijdig partijdig (de traditionele rol van de advocaat) of bovenpartijdig (zoals een rechter) is. Hij dient de belangen van alle partijen en zal hen dan ook wijzen op tegenstrijdige belangen en onevenwichtige afspraken. Als onafhankelijk openbaar ambtenaar zal de notaris zijn cliënten trouwens ook wijzen op elementen die zij misschien liever zouden negeren.
Soms moet hij rechtsconsumenten tegen zichzelf beschermen. Hij wijst meteen af wat (wettelijk) niet kan en geeft mogelijke oplossingen aan. Het is zijn plicht om zijn cliënt op de juridische, financiële en fiscale gevolgen van zijn beslissingen te wijzen. De wet verleent aan de notarissen de bevoegdheid om aan hun officiële geschriften (vonnissen, exploten of akten) een bijzondere bewijskracht te verlenen. Men noemt dit een authentieke akte.
Notarissen doen beroep op medewerkers voor het voorbereiden, onderhouden en afwerken van dossiers en voor het ondersteunen van de adviespraktijk van de notaris.
Door de toegenomen complexiteit van de wetgeving en de schaalvergroting binnen het notariaat vinden steeds meer juristen de weg naar een job als notarieel jurist. Ook gegradueerden rechtspraktijk (bachelor in de rechten) zijn gegeerd binnen het notariaat, in het bijzonder voor de administratieve opvolging van de dossiers (alle opzoekingen en controles die moeten uitgevoerd worden, alvorens de notaris de akte kan verlijden, bv. identificatie van de partijen, opvragen van gegevens bij de fiscale administratie, het kadaster, het hypotheekkantoor …).
Er zijn geen bijzondere voorwaarden om als jurist of gegradueerde rechtspraktijk in een notariaat te kunnen werken, maar ervaring of een
bewezen interesse in één of meerdere van de relevante rechtstakken (vastgoedrecht, erfrecht en familiaal vermogensrecht, vennootschapsrecht) is uiteraard van grote waarde. Ook vaardigheden op het vlak van organisatie, nauwkeurigheid en communicatie (én geduld) zijn belangrijk, gelet op de eigenheid van de sector.
Cliënten doen immers vaak een beroep op de notaris op cruciale (en soms heel moeilijke) momenten in hun leven. Het menselijke element is dus steeds aanwezig.
Er zijn erkende beroepsverenigingen voor notariële juristen (VLN voor de Nederlandstaligen) en notariële medewerkers (La Basoche). Zij organiseren opleidingen en vertegenwoordigen hun leden in bepaalde organen.
De notaris wordt benoemd bij Koninklijk Besluit. De voorwaarden om benoemd te worden zijn:
De kandidaat-notarissen kunnen zich dan associëren met een notaris-titularis of postuleren voor een benoeming tot notaris-titularis
op een vacante standplaats, of nog, ten voorlopige titel, als plaatsvervangende notaris.
In het eerste en het laatste geval treden de benoemingscommissies niet op. In het tweede (benoeming van notarissen-titularis) selecteren de benoemingscommissies (voor Brussel, de verenigde commissies) de drie meest geschikte kandidaten voor de op te vullen plaats. Als een commissie bij eenparigheid beslist, moet zij dit vermelden in het proces-verbaal.
De minister van Justitie draagt één van deze drie kandidaten voor tot de benoeming door de Koning. De benoeming wordt in een gemotiveerd KB gepubliceerd in het Staatsblad.